De controller moet wel heel veel ballen in de lucht houden! Lukt dat wel?
De maand september is traditioneel mijn ‘trainingsmaand’. Niet om zelf training te volgen, maar om training te geven. In 2 weken tijd heb ik meer dan 6 trainingen aan controllers en financials gegeven. Voor een fulltime trainer is dat natuurlijk geen ‘big deal’, maar voor een adviseur/coach die dit ‘er naast doet’ een aanslag op je gezondheid. Waarom iedereen toch zo graag in september een training volgt, is me nog steeds een raadsel. De PE-puntendruk komt pas tegen het eind van het jaar (december is na september mijn tweede drukste trainingsmaand), en in september hebben controllers het doorgaans superdruk met het opstellen van de begroting.
Wat me tijdens de voorbereidingen van al die trainingen weer eens opviel, is wat een hoop eisen er tegenwoordig aan een controller worden gesteld. Kijk gewoon maar eens naar het cursusaanbod voor de controller: zo breed en zo divers! Van zeer technische trainingen (‘de impact van XBRL’), via zeer inhoudelijke trainingen (‘alles wat u moet weten over Basel, Solvency, Risk,….) naar competenties (‘de overtuigende controller’) en gevoel (‘empathisch leiderschap van de controller’). Dit brengt me op de vraag of we geen onmogelijke eisen aan de controller stellen?. Zijn we geen weides aan het creëren waar alleen een schaap met vijf poten mag rondlopen? En dat schaap moet dan ook nog een officieel label hebben (RC) en jaarlijks bijgespijkerd worden.
En toch? De wereld van vandaag is ook complex, veranderingen gaan snel. De volatiliteit is hoog, de risico’s zijn groot. Maar vooral: het gedrag van veel mensen blijft opportunistisch en op zoek naar rendement en (persoonlijk) succes. Onderzoek toont aan dat risico’s veelal onderschat worden en er een overschatting is op de maakbaarheid van resultaten. Intuïtie speelt nog steeds een grote rol in het nemen van beslissingen. Daar is denk ik de afgelopen jaren niet veel aan veranderd (en wellicht is het zelfs st erker geworden).
Het vak Controlling (en de controller) verandert daardoor ook al jaren van ‘financial accounting’ naar de ‘sparring-partner’ voor directie en bestuur. En dat is maar goed ook! Over 10 jaar kunnen intelligente systemen zonder tussenkomst van een boekhouder de basisrapportages maken en is het ‘handwerk’ niet meer nodig. De toegevoegde waarde zit steeds meer in ‘spiegelen’ en ‘gezond tegenwicht’ bieden. Daarvoor ben je als controller dus toch een S.C.H.AA.P, want de belangrijkste onderdelen van het werk zijn wat mij betreft:
Strategisch inzicht: hoe ontwikkelt de sector zich en welke strategie volgt de organisatie daarin.
Concrete vertaling: hoe vertaal je de strategie in meetbare doelstellingen, KPI’s en activiteiten.
Heldere rapportages: hoe maak je rapportages die in één oogopslag helder zijn voor de doelgroep
AA (aanzetten tot actie): kun je anderen motiveren om o.b.v jouw rapportages de juiste actie te nemen.
Permanente feedback: hoe geef je anderen constant feedback zonder vervelend of belerend over te komen.
Het zijn deze ‘5 poten’ die het S.C.H.AA.P zo bijzonder maken. Een onmogelijke combinatie? Ik denk het niet. Ik kom ze met enige regelmaat tegen, en niet alleen in de rol als controller. Gelukkig zijn er ook managers die dezelfde kwaliteiten hebben en die als ‘lijnverantwoordelijke’ hun invloed ten goede gebruiken. Maar ze zijn nog wel schaars, dergelijke S.C.H.AA.P’en. Als je ze ziet, wees er zuinig op. Geef ze voldoende weide om zich verder te ontwikkelen en om zich ‘te vermenigvuldigen’. Geef ze veel trainingen, daar groeien ze van. Maar niet allemaal in september, er zijn genoeg andere maanden om training te volgen.
Deze blog is gepubliceerd op controlling.nl